Inhalatiecorticosteroïden bij COPD

Huisarts, Longziekten

Inhalatiecorticosteroïden bij COPD

Huisarts, Longziekten
Inhalatiecorticosteroïden werken goed bij astma, maar slechts beperkt bij COPD. Daarnaast geven deze pufjes wel bijwerkingen en belasten ze de patiënt.

Het gebruik van Inhalatiecorticosteroïden (ICS) bij COPD-patiënten met minder dan 2 exacerbaties per jaar (en geen astma) heeft geen toegevoegde waarde. ICS zijn goed werkzaam bij astma, maar slechts beperkt bij de COPD-populatie, namelijk alleen bij patiënten met 2 of meer exacerbaties per jaar en een ontstekingscomponent zoals bij astma. Naast het gebrek aan toegevoegde waarde zorgen ICS voor bijwerkingen, die weer resulteren in een verhoging van de zorgkosten. Voor deze patiënten raden de huidige richtlijnen ICS-behandeling af. De realiteit is echter dat veel COPD-patiënten nog onnodig ICS gebruiken.

Dit project beoogde niet-gepaste inzet van ICS bij patiënten met COPD met een relatief goede longfunctie en zonder astma terug te dringen.

‘Doorgerekend naar heel Nederland wordt er 8 miljoen euro bespaard door het afbouwen van ICS. De brede media-aandacht aan het onderwerp hielp.’

Aanpak:

Allereerst werden met focusgroepen onder patiënten en zorgverleners de bevorderende en belemmerende factoren in kaart gebracht.

De deïmplementatie startte met een bijscholing van de huisartsen en apothekers tijdens een FarmacoTherapeutisch Overleg (FTO). Vijf FTO-groepen deden mee aan het project. Via aflevergegevens van apotheken zijn per huisarts alle COPD patiënten geselecteerd die mogelijk in aanmerking kwamen voor deïmplementatie van ICS. Per patiënt was er een A4 met afbouwcriteria. Na een jaar zijn de FTO groepen opnieuw benaderd en kregen zij een herhaling FTO met daarbij het verzoek om een vragenlijst in te vullen over hun ervaringen met de deïmplementatie.

Resultaten:

Het project zit in de afrondende fase. Zowel de patiënten als de zorgverleners waren zeer enthousiast over het onderwerp. De zorgverleners noemden als belangrijkste belemmering voor het deïmplementeren tijdgebrek. Er waren significante dalingen in medicatie uitgiftes van ICS en ICS/LABA voor en na de interventie in de gehele groep (zowel in interventie als controlegroep), daarnaast was er sprake van een zeer kleine verlaging in duale luchtwegverwijders en een verlaging in voorschriften voor antibiotica en prednisolon.

Deelnemende centra:

Coördinerend umc: UMCG. Deelnemende centra: 4 FTO groepen met apothekers en huisartsen/POH’s in de regio Groningen, en 1 FTO groep in Nijmegen.

Voortgang:

Dit project wordt de komende tijd afgerond.

Meer weten:

Stuur een mail naar info@doenoflaten.nl

Betrokkenen:

Dr. Corina de Jong

senior onderzoeker | UMCG

Dr. Janwillem Kocks

assistent professor | UMCG