Het verminderen van zorg die geen toegevoegde waarde heeft voor de patiënt, oftewel deïmplementeren, maakt de zorg veiliger en doelmatiger, en maakt ruimte vrij voor meer zinvolle zorg. Soms gaat dit vanzelf zodra bekend wordt dat bepaalde zorg geen toegevoegde waarde heeft, maar vaker is er een gerichte aanpak nodig om de zorgpraktijk te veranderen. Net zoals bij implementeren kan deïmplementeren ingewikkeld zijn en gehinderd worden door allerlei barrières. Om te onderzoeken wat de belemmerende en bevorderende factoren en succesvolle strategieën zijn voor deïmplementatie, evalueerden we acht deïmplementatieprojecten in Nederland. Deze regionale projecten richtten zich allen op een eigen type niet-gepaste zorg.
Vijf van de acht projecten hebben geleid tot een vermindering van niet-gepaste zorg. De belangrijkste belemmeringen waren een gebrek aan tijd, een onvermogen om de patiënt gerust te stellen, het willen voldoen aan de wensen van de patiënt, financiële overwegingen en ongemak met onzekerheid. De belangrijkste bevorderende factoren waren steun door clinici, kennis van de nadelen van niet-gepaste zorg en de groeiende aandacht voor het feit dat meer zorg niet altijd beter is. Herhaalde scholing en feedback voor clinici, patiëntvoorlichtingsmateriaal en organisatorische veranderingen waren waardevolle strategiecomponenten.
Uit de ervaringen van deze projecten leiden we een aantal praktische tips af, zoals de aanbeveling om aan de slag te gaan met niet-gepaste zorg waarvoor er voldoende evidence en steun is onder de beroepsgroep dat het gedeïmplementeerd kan worden.
Lees het volledige artikel ‘Reducing low-value care: what can we learn from eight de-implementation studies in the Netherlands?‘. Door Eva W. Verkerk, Simone A. van Dulmen, Gert P. Westert, Lotty Hooft, Pauline Heus en Rudolf B. Kool in BMJ Open Quality 2022;11:e001710.