“Tijdens mijn baan als student-onderzoeker, en als onderdeel van het project infusen en katheters van Bart Laan en Suzanne Geerlings onderzochten we hoeveel urinediagnostiek er eigenlijk werd aangevraagd en welke uitslagen daarbij werden gevonden. De redenen voor de diagnostiek zijn uiteenlopend, maar bijvangst kan zijn dat er bacteriën of ontstekingscellen worden gevonden.
Vaak worden op basis van die uitslag urinekweken ingezet. Dit kan problematisch zijn, omdat de aanwezigheid van bacteriën zonder aanwijzingen van een infectie vaak leidt tot een onnodige behandeling met antibiotica”, aldus Tessa. “Als iemand verder gezond is en geen risicofactoren heeft voor een gecompliceerd beloop, dan hoef je die bacteriën helemaal niet te behandelen. Hiermee vermijd je de ongewenste bijwerkingen van antibiotica en beperk je het risico op antibioticaresistentie.”
“Elk ziekenhuis had zijn eigen aandachtspunten en daarom was maatwerk belangrijk”
“Ook bleek dat er in Nederland bijzonder weinig bekend was over de inzet van urineonderzoeken in de ziekenhuizen. Urineweginfecties zijn daarentegen wel één van de meest voorkomende redenen om antibiotica voor te schrijven, wat dus alleen zinvol is als iemand klachten heeft of tot een risicogroep behoort. De tweede call van Doen of laten? in 2018 bood ons de mogelijkheid hier verder onderzoek naar te doen. Het project ‘terugdringen van antibiotica bij asymptomatische bacteriurie’ was geboren.” Omdat uit bovengenoemde studie ook bleek dat het merendeel van de urineonderzoeken door de afdeling Spoedeisende hulp (SEH) werden aangevraagd, richtte ons onderzoek en interventie zich op de SEH”.
“We wilden dit onderzoek starten in vier ziekenhuizen, maar al spoedig meldde een vijfde ziekenhuis zich. Deelnemende centra werden toen Amsterdam UMC (locatie AMC), Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG locatie Oost), Haga Ziekenhuis, het Dijklander ziekenhuis (locatie Hoorn) en het Meander medisch centrum. In december 2020 zijn we gestart met de voormeting, en hebben we voor elk ziekenhuis bepaald hoeveel urineonderzoeken werden aangevraagd, hoe vaak de uitslag positie of negatief was en wat de vervolgstappen waren. Vervolgens zijn we elke twee maanden in een nieuw ziekenhuis gestart met de interventie volgens het stepped wedge design (zie afbeelding). Na 12 maanden eindigden we de interventieperiode met een nameting in elk ziekenhuis.”
“In elk ziekenhuis benoemden we een clinical champion, waarmee we in elk ziekenhuis een kick-off meeting organiseerden. Tijdens die bijeenkomst deelden we de resultaten uit de voormeting. Hiermee gaven we inzicht in aanvragen uit de voorbije periode en hoe vaak antibiotica volgens de richtlijnen wel of niet nodig was geweest. Waar mogelijk deelden we diezelfde informatie uit de andere deelnemende ziekenhuizen, waarmee ze een referentiekader kregen en er sprake was van competitieve feedback.
Per locatie bepaalden we of er extra onderwijs nodig was en in afstemming met de locatie bepaalden we wie dat onderwijs zou verzorgen, wij of de afdeling zelf. Het werkte overigens het best als locaties zelf hun onderwijs verzorgden, omdat zij zelf doorgaans het best in konden spelen op de lokale situatie en behoefte.”
“Aanvullend verspreidden we zakkaartjes met de meest relevante informatie, hingen we posters op en deelden we de interventie via de lokale nieuwsbrieven.”
“De SEH is een dynamische afdeling waar veel verschillende zorgprofessionals van diverse afdelingen in verschillende diensten werkzaam zijn. Het is dan best een uitdaging om iedereen te bereiken met je verhaal. Bovendien zagen we gedurende de onderzoeksperiode ook een personele wisseling wat deze uitdaging groter maakte. Het steeds herhalen van de boodschap van de interventie was daarom ook een belangrijk aandachtspunt.”
“Elk ziekenhuis had zijn eigen aandachtspunten en daarom was maatwerk belangrijk. We merkten bijvoorbeeld dat in sommige ziekenhuizen al meer kennis en bewustzijn aanwezig was over de wel/geen toegevoegde waarde van een urineonderzoek, hoe te handelen bij een asymptomatische bacteriurie en de noodzaak voor het al dan niet inzetten van vervolgonderzoek. In ziekenhuizen waar dit nog niet het geval was, hebben we daarom steviger ingezet op bewustwording van het probleem en de mogelijke oplossingen.”
“Ook was het soms zinvol voor afdelingen om hun aanvraagsysteem na te lopen. Als bijvoorbeeld een aanvraag voor een antigeentest voor pneumokokken of legionella automatisch gekoppeld zat aan een aanvraag voor een urinekweek was de aanbeveling die van elkaar los te koppelen, zodat de aanvraag van die urinekweek apart -en dus bewust- moet worden aangevinkt wanneer dat nodig is.”
“Alle metingen zijn inmiddels afgerond en we zijn druk bezig met de analyses. De eerste indruk is positief, maar helaas kan ik nog geen concrete getallen noemen. De verschillende tools zoals we die hebben ingezet gaan we nog bundelen zodat andere ziekenhuizen daar ook mee aan de slag kunnen.”
“Aanvullend laat screening van de verschillende richtlijnen zien dat de juiste informatie over de handelswijze bij een asymptomatische bacteriurie wel is opgenomen in de verschillende richtlijnen. Die is echter alleen te vinden in de uitgebreide versie ervan, en dan soms slechts verwoord in één regel. Onze wens is dat deze informatie beter zichtbaar gemaakt wordt in de uitgebreide versie van de richtlijn en ook wordt opgenomen in de samenvatting. Deze laatste bereikt zorgprofessionals immers het best.”
“Tijdens mijn baan als student-onderzoeker werd ik gegrepen door dit onderwerp en heb ik via het onderzoek tijdens mijn wetenschappelijke stage in mijn master Geneeskunde toe kunnen werken naar een promotieonderzoek. De afronding ervan is een stapje dichterbij gekomen met de recente publicatie van ons vragenlijstonderzoek onder artsen en verpleegkundigen op de SEH: we brachten factoren in kaart die van invloed zijn op de niet-gepaste aanvraag van urinediagnostiek bij patiënten die geen klachten hebben van een urineweginfectie (lees het artikel). Het volledige project zal ik in juli 2023 afronden, hopelijk met mooie uitkomsten. En dan heb ik heel veel zin om ook weer in de kliniek aan de slag te gaan.”
Als ziekenhuizen na het lezen van dit artikel al met dit onderwerp aan de slag willen kunnen ze het beste per mail contact opnemen met Tessa van Horrik.”
* Project terugdringen van niet-gepaste infusen en katheters
** Project terugdringen van niet-gepaste antibiotica voor asymptomatische bacteriurie