Gepaste zorg bij Achillespeesrupturen

Interview

Gepaste zorg bij Achillespeesrupturen

Een Achillespeesruptuur is een typische sportblessure waarvan de incidentie de laatste jaren toeneemt. Waarschijnlijk door een groeiend aandeel actieve ouderen. Ondanks diverse studies bestaat er nog geen Nederlandse richtlijn voor de optimale behandelstrategie en is de praktijkvariatie groot. In 2015 startte Olivier Dams in het UMC Groningen een promotieonderzoek om een beter inzicht te krijgen in de behandeling en herstel van de Achillespeesruptuur. Hij ontdekte dat bij patiënten met een Achillespeesruptuur nog vaak gekozen wordt voor een operatieve behandeling. Volgens de nieuwste wetenschappelijke inzichten geeft een niet-operatieve behandeling met functionele brace echter even goede uitkomsten en minder complicaties.

Dit vormde, in hele grote stappen, de aanleiding van het DAPPER-project, een van de vijftien Doen of laten? projecten die in 2020 zijn gestart. Belangrijkste focus van het DAPPER-project is het verminderen van het aantal operatief behandelde patiënten na een achillespeesruptuur in Noordoost Nederland. We Interviewden de kartrekkers: em. prof. dr. Ron Diercks, voormalig hoogleraar Klinische Sportgeneeskunde en orthopedisch chirurg – dr. Inge van den Akker-Scheek, bewegingswetenschapper en epidemioloog – en Caroline Tan, fysiotherapeut en junior onderzoeker. Allen werkzaam Op de afdeling orthopedie van het UMC Groningen over de voortgang.

Ontwikkeling van de interventie

Inge: “De interventie groeide met het project. Aanvankelijk richtten we de interventie op de orthopedisch chirurgen en trauma chirurgen. Chirurg Eelke Bosma van het Martini ziekenhuis Groningen, ook betrokken bij het promotieonderzoek van Olivier Dams, is een warm pleitbezorger voor de conservatieve functionele brace behandeling van achillespeesrupturen. Door zijn betrokkenheid bij DAPPER hadden we een belangrijke ingang naar orthopedisch chirurgen en trauma chirurgen. Ondanks deze enthousiaste clinical champion ontdekten we echter spoedig dat onze benadering te smal was.”

Caroline: “Patiënten die worden doorverwezen naar de chirurg, blijken vaak al verwachtingen te hebben over de behandeling, ingegeven door de huisarts, de fysiotherapeut of door ervaringen van vrienden of familieleden. Meestal betreft dit dan nog het oude idee van de noodzaak van een operatie. Het vraagt dan een goed gesprek tussen chirurg en patiënt om alternatieven te kunnen bespreken en tools die de medisch specialist ondersteunen bij dit gesprek.”

Ron: “Een Achillespeesruptuur beperkt de patiënt in belangrijke mate: allereerst fysiek en functioneel, maar vervolgens ook op sociaal en werk gerelateerd vlak. De kans op complicaties zijn bij een operatieve ingreep groter in vergelijking tot de conservatieve behandeling, en als ze optreden vaak ook ernstiger. Het blijkt dat als zorgprofessionals patiënten goed informeren over de verschillende behandelopties, ze meestal kiezen voor een conservatieve behandeling.” Hij vervolgt: “Het was belangrijk dat de kennis over de effectiviteit van de conservatieve behandeling ook ging landen bij zorgprofessionals in de regio’s van de deelnemende ziekenhuizen. Immers voor het vertrouwen van de patiënt in de behandeling was het belangrijk dat naast de chirurg, de overige betrokken zorgprofessionals hetzelfde verhaal uit gingen dragen, van gipsverbandmeester tot fysiotherapeut tot betrokken specialisten.”

Training en toolkit

Inge: “De interventie werd dus iets omvangrijker. Met het organiseren van trainingen wilden we de zorgprofessionals in de regio bereiken. Maar toen kwam COVID-19. Aanvankelijk leek de pandemie een obstakel te vormen voor onze plannen. Maar al gauw bleek het ook voordelen met zich meebracht. Waar we anders voor fysieke bijeenkomsten op pad waren gegaan in de regio, werden we gedwongen om over te schakelen naar het geven van webinars. Dit bleek juist een hele toegankelijke manier om zorgprofessionals te bereiken met onze kennis.”

Caroline: “Ruim 8o zorgprofessionals  deden mee aan onze webinars en er doen, naast het UMCG,  inmiddels twaalf ziekenhuizen in Noordoost Nederland* mee aan de interventie.”

Caroline vervolgt: ‘Met de training, de patiëntinformatie, filmpjes (waaronder dit filmpje) en relevante artikelen hebben we inmiddels een mooie toolkit samengesteld waar zorgprofessionals mee aan de slag kunnen. Deze hopen we komende periode online beschikbaar te kunnen maken. Tot die tijd kunnen zorgprofessionals die geïnteresseerd zijn in het onderwerp informatie opvragen via Caroline Tan.”

Wat zijn voorbeelden van belemmeringen?

Ron: “ In mijn opleiding was de operatieve behandeling van Achillespeesrupturen de gouden standaard, nabehandeld met  het ingipsen van een heel been.  Je kunt je voorstellen dat een conservatief beleid dan kan voelen als een stap terug. Dit vraagt om toelichting. Bovendien is de operatie van een Achillespeesruptuur voor een chirurg een technisch leuke operatie om uit te voeren en wie stopt er nu graag met iets wat je werk leuk maakt.”

Caroline voegt hieraan toe: “De functioneel conservatieve behandeling is tegenwoordig meestal de best passende zorg, maar het is van belang hoe de specialist de opties communiceert om tot een goede gezamenlijke besluitvorming met de patiënt te komen. Dit gesprek is daarom een belangrijk aandachtspunt in de interventie.”

Wat kunnen we verwachten richting de toekomst?

Inge: “De komende weken staan in het teken van de effectmeting. Onze insteek bij aanvang van het project was om de operatieve behandeling van achillespeesruptuur met 30% te reduceren. We zijn natuurlijk erg benieuwd of we dit hebben weten te realiseren.”

Ron: “Vooruitlopend op deze resultaten zien we goede mogelijkheden om de operatieve behandeling van de Achillespeesruptuur landelijk te gaan deïmplementeren. Om dit te doen zal toch een breed en goed gestructureerd project moeten worden opgezet. Wat ondersteunend zal zijn bij de landelijke deïmplementatie is de ontwikkeling van een Nederlandse richtlijn voor de behandeling van Achillespeesrupturen. Een van onze teamleden denkt hier al volop in mee.”

Caroline: “Het RIVM onderzoekt de maatschappelijke gevolgen van de deïmplementatie van niet-gepaste zorg en het DAPPER project is een van de interventies die ze hiervoor evalueren. We zijn in dit verband ook erg benieuwd naar die resultaten. Een van de opvallende dingen die hieruit al naar voren komt is het verschil in vergoeding van de fysiotherapeutische nabehandeling tussen operatief en functioneel-conservatief behandelde patiënten.”

 

* De deelnemende zorgprofessionals komen uit de volgende ziekenhuizen :
Naast het UMCG zijn dit: Antonius Zorggroep Sneek,  Deventer ziekenhuis, Martini Ziekenhuis Groningen, Medisch Centrum Leeuwarden, Medisch Spectrum Twente, Nij Smellinghe Drachten, OCON Hengelo, Ommelander Ziekenhuis, Tjongerschans Heerenveen, Treant zorggroep, Wilhelmina Ziekenhuis Assen, ZGT.

Meer informatie op de projectpagina.

Meer lezen

Plaatsing van een neusmaagsonde check je met een pH-meting

Meer lezen