Hoeveel onnodige diagnostiek is er?

Publicatie

Hoeveel onnodige diagnostiek is er?

Onderzoeker Joris Müskens heeft de beschikbare literatuur geanalyseerd op het voorkomen van onnodige diagnostiek. Hij laat zien dat overdiagnostiek veel voorkomt, en dat dit sterk varieert. Het gaat met name om beeldvormende- en laboratoriumdiagnostiek. Een goede internationale vergelijking is lastig, omdat er geen eenduidige internationale definitie van overdiagnostiek is, de gezondheidssystemen sterk verschillen en de onderzoeken vaak een andere invalshoek gebruiken.
Achtergrond

De zorgkosten zijn de laatste decennia sterk gestegen en zullen verder blijven stijgen door de vergrijzing en toegenomen technologische mogelijkheden. Beleidsmakers en politici zijn daarom op zoek naar manieren om deze stijging te beperken. Dat zou kunnen door geen onnodige zorg meer te geven, zoals bijvoorbeeld onnodige laboratoriumaanvragen, foto’s of scans. Deze diagnostische testen zijn belangrijk om te komen tot een diagnose. Maar diagnostiek kan ook negatieve gevolgen hebben, zoals blootstelling van de patiënt aan straling, een positieve uitslag terwijl er niets aan de hand is, kosten of onnodige ongerustheid bij de patiënt. Als er onvoldoende meerwaarde is, kan het aanvragen van diagnostiek als niet-gepast worden gezien. Studies laten zien dat het niet-gepast inzetten van diagnostiek wereldwijd nog op grote schaal voorkomt en voor hoge kosten zorgen. Maar hoe vaak komt het voor? Het Radboudumc (IQ healthcare) heeft onderzocht wat er in de literatuur bekend is over het volume en de variatie van het niet-gepast inzetten van diagnostische testen.

Resultaten

We hebben 35 artikelen gevonden waarin het niet-gepast aanvragen van 118 diagnostische testen is bepaald. De meeste artikelen onderzochten niet-gepaste beeldvorming (N=96), en sommigen niet-gepast labonderzoek (N=19). Wat opviel is de grote mate van variatie: het aanvragen van niet-gepaste testen varieerde tussen de 0,09% tot 97.5%. In 33 gevallen lag het percentage boven de 25%. Dat betrof met name het preoperatief testen van patiënten zonder risico en beeldvorming bij ongecompliceerde lage rugpijn. Wat ook opviel was dat studies een andere invalshoek hadden: sommige keken hoeveel patiënten een niet-gepaste test kregen en andere studies bepaalden hoeveel niet-gepaste testen er werden aangevraagd. Het niet-gepast inzetten van diagnostiek kwam zowel in de eerste en tweede lijn voor.

Conclusie

Onze studie laat zien dat er veel overdiagnostiek is. Er is veel variatie in uitkomsten die deels kan worden verklaard door verschillen in populatie, verzekeringsstelsels en gezondheidszorgsystemen. Maar ook de opzet van de studies zorgt voor variatie; verschillende invalshoeken en definities hebben grote invloed op de uitkomst. Veel studies, en hun uitkomsten, zijn daarom niet eenvoudig met elkaar te vergelijken. Voor een goede vergelijking is het nodig om op internationaal niveau de definities van niet-gepaste diagnostiek op elkaar af te stemmen en de meetmethoden te standaardiseren.

Lees de volledige publicatie.

Meer lezen

E-learning vermijdt onnodig maagonderzoek bij patiënten met maagklachten

Meer lezen